"Unleash your creativity and unlock your potential with MsgBrains.Com - the innovative platform for nurturing your intellect." » English Books » 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Add to favorite 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Select the language in which you want the text you are reading to be translated, then select the words you don't know with the cursor to get the translation above the selected word!




Go to page:
Text Size:

—Wie waakt er gewoonlijk over de schapen!

—Honden.

—Als ze niet op de schapen behoeven te passen, omdat deze veilig zijn, wat doen dan de honden?

—Dan hebben ze niets te doen.

—Dus kunnen zij slapen. Daarom zegt de fabel: "De honden sliepen."

—O ja, nu wordt het gemakkelijk.

—Niet waar? 't Is heel gemakkelijk. Nu denken wij aan iets anders. Wie bewaken de schapen nog meer dan de honden?

—Een herder.

—Als de schapen veilig zijn en de herder niets te doen heeft, waar brengt hij dan zijn tijd mee door?

—Met op de fluit te spelen.

—Ziet ge hem?

—Ja.

—Waar is hij?

—Onder de schaduw van een grooten olmboom.

—Is hij alleen?

—Neen, met andere herders uit den omtrek.

—Welnu, als gij de schapen ziet, het park, de honden, den herder, kunt gij dan niet zonder fouten het begin van uw fabel opzeggen?

—Dat geloof ik ook.

—Probeer het eens.

Toen hij mij zoo hoorde praten en hem uitleggen hoe hij gemakkelijk eene les kon leeren, die hem eerst zoo moeilijk toescheen, zag Arthur mij met ontzag en zelfs eenigszins vreesachtig aan, alsof hij nog niet overtuigd was van de waarheid van hetgeen ik zeide. Na eenige oogenblikken van aarzeling, was hij echter gereed.

—De lammetjes waren zoo veilig in 't park; de honden sliepen en de herder, onder de schaduw van een grooten olmboom, speelde op de fluit met andere herders uit de buurt.

Toen klapte hij in de handen.

—Maar ik ken ze! riep hij; ik heb geen enkele fout gemaakt.

—Wilt gij het overige gedeelte van de fabel op dezelfde wijze leeren?

—O, met u ben ik zeker, dat ik ze zal kennen. Wat zal mama in haar schik zijn.

En hij leerde de rest van de fabel, zooals hij het eerste gedeelte geleerd had. In minder dan een kwartier kende hij ze letterlijk en hij was juist bezig om ze op te zeggen, toen zijn moeder bij ons kwam.

Eerst keek zij een weinig knorrig, dat zij ons bij elkander zag, want zij dacht, dat wij samen speelden, maar Arthur liet haar den tijd niet een woord te zeggen.

—Ik ken ze! riep hij, en hij heeft ze mij geleerd.

Mevrouw Milligan zag me eenigszins verwonderd aan, en zij zou mij zeker iets gevraagd hebben, toen Arthur, zonder dat zij het hem vroeg, de fabel van "de wolf en het lammetje" begon op te zeggen. Hij deed dit opgewonden en vroolijk, zonder een oogenblik te haperen en zonder een enkele fout.

Onderdehand keek ik mevrouw Milligan aan; ik zag een glimlach op haar schoon gelaat, en toen meende ik hare oogen vochtig te zien worden, maar daar zij op dat oogenblik zich over haar zoon heenboog en hem teeder met beide armen omhelsde, kon ik niet zien of zij weende.

—Die woorden, och! zeide Arthur, die beteekenen niets; men moet de dingen zien en Rémi heeft mij den herder laten zien met zijne fluit. Als ik onder het leeren de oogen opsloeg, dacht ik niet meer aan 't geen om mij was; ik zag de fluit van den herder en hoorde wat hij speelde. Wil ik u eens voorzingen wat hij speelde, mama?

En hij zong in het engelsch een droefgeestig lied.

Nu weende mevrouw Milligan bepaald, en toen zij zich ophief, zag ik hare tranen op de wangen van haar kind. Toen kwam ze bij mij, nam mijne hand en drukte die zoo innig, dat ik ervan ontroerde.

—Gij zijt een goede jongen, zeide zij.

Als ik deze kleine geschiedenis wat uitvoerig verteld heb, is het om de verandering te doen begrijpen, die van dat oogenblik af in mijn toestand plaats had. Den vorigen dag had men mij aangezien voor een knaap, die honden kunstjes liet maken en voor niets deugde als om met zijn dieren den menschen een oogenblik van vermaak te bezorgen en nu juist van pas kwam, om een ziek kind wat afleiding te geven; maar deze les scheidde mij geheel van mijn honden en mijn aap; ik werd een makker, bijna een vriend.

Ik moet hier al dadelijk bijvoegen, wat ik eerst later vernam, dat mevrouw Milligan zeer verdrietig was, dat haar zoon niet leerde of liever niet kon leeren.

Al was hij ziek, zij wilde dat hij werken zou, en juist omdat die ziekte van langen duur kon wezen, wilde zij van nu af aan zijn geest de vorming geven, die hem in de gelegenheid stelde om, als hij genezen zou zijn, zijne schade in te halen.

Tot hiertoe was zij daarin niet geslaagd; al had Arthur geen tegenzin in het werken, hij had geen aandacht en vlijtig was hij ook niet. Zonder tegenstand nam hij het boek, dat men hem in de handen gaf, en hij nam het zelfs gretig aan, maar al deed hij zijn boek open, zijn geest opende zich niet, en slechts werktuigelijk herhaalde hij, zoo goed of zoo kwaad als 't ging, de woorden, die men met moeite hem inpompte.

Dit deed zijne moeder innig verdriet en zij werd er bijna wanhopend onder. Maar zooveel te blijder was zij, toen zij hem de fabel hoorde opzeggen, die hij in een half uur van mij geleerd had, en die zij verscheidene dagen lang vruchteloos getracht had hem te doen onthouden.

Als ik nu aan de dagen denk op de boot doorgebracht met mevrouw Milligan en Arthur, komen zij mij nog voor de gelukkigste van mijne jeugd te zijn geweest.

Are sens

Copyright 2023-2059 MsgBrains.Com