"Unleash your creativity and unlock your potential with MsgBrains.Com - the innovative platform for nurturing your intellect." » English Books » 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Add to favorite 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Select the language in which you want the text you are reading to be translated, then select the words you don't know with the cursor to get the translation above the selected word!




Go to page:
Text Size:

Vooral echter was men van een zonderling schouwspel getuige in de gangen, die den loop der helling volgden. Daar zag men de halfnaakte mijnwerkers, op hunne zijde liggende of op hunne knieën de kolen uithouwen, die naar de benedengangen afrolden en vandaar naar de schacht, waaruit zij werden opgeheschen.

Zoo zag de mijn er uit op de dagen, dat er gewerkt werd, maar er waren ook dagen, dat er buitengewone, helaas! altijd treurige gebeurtenissen plaats grepen.

Veertien dagen na zijne komst te Varses was Alexis van een dier rampen getuige geweest, en bijna was hij zelf het slachtoffer ervan geworden. Er had eene ontploffing van mijngas plaats gehad. Het mijngas ontwikkelt zich vanzelf in de mijnen en ontploft zoodra het met eene vlam in aanraking komt. Niets is vreeselijker dan zulk eene ontploffing, waardoor alles verbrand en vernield wordt, wat het gas op zijn weg ontmoet. Het is niet beter te vergelijken dan met de ontploffing van een kruitmagazijn. Zoodra de vlam van eene lamp of van een lucifer in aanraking komt met het mijngas, ontploft dit eensklaps in alle gangen en verwoest alles in de mijn: zelfs in de schacht tot toegang of luchtverversching dienende, waarvan zij vaak de houten loods, die er boven gebouwd is, uiteenslaat. De hitte is somtijds zoo groot, dat de steenkolen in de mijn in cokes worden veranderd.

Zulk een mijnontploffing had zes weken geleden aan een tiental arbeiders het leven gekost, en de weduwe van een dier werklieden was tengevolge daarvan

krankzinnig geworden; ik begreep dat dit de vrouw met haar kind was, welke ik bij mijne aankomst had ontmoet en die een lommerrijken weg zocht.

Tegen de ontploffingen worden alle voorzorgsmaatregelen genomen. Het was verboden te rooken en dikwijls waren de ingenieurs, wanneer zij de ronde deden, verplicht den adem der mijnwerkers te ruiken, om te ontdekken of zij ook het verbod overtreden hadden. Om die noodlottige ontploffingen te voorkomen, maakte men gebruik van de Davy-lampen, waarvan de vlam met dicht ijzergaas is omgeven, zoodat zij niet in aanraking kan komen met het gas; in dien ontplofbaren dampkring ontbrandt het gas wel in de lamp, maar de vlam deelt zich niet aan de lucht daarbuiten mede.

Alles wat Alexis mij vertelde wekte in hooge mate mijne nieuwsgierigheid op, die toch reeds bij mijne komst te Varses vrij groot was en versterkte mijn lust om in de mijnen te gaan; maar toen ik den anderen morgen oom Gaspard daarvan sprak, gaf hij mij ten antwoord, dat dit onmogelijk was, omdat niemand anders in de mijnen mocht komen dan zij, die er in werkten.

—Als ge mijnwerker wilt worden, voegde hij er lachend bij,—en dat kost niet veel moeite—kunt gij gemakkelijk uw zin krijgen. Trouwens dit vak is niet slechter dan eenig ander, en als ge bang zijt voor regen of onweer is dit juist het baantje, dat u lijken zou. In ieder geval is het beter dan straatzanger. Gij blijft dan bij Alexis. Wat denk ge ervan, jongen? Voor Mattia zal ook wel iets gevonden worden om aan den kost te komen, maar niet door op zijn horen te blazen.

Maar ik was niet te Varses gekomen om daar te blijven; ik had mij eene andere taak gesteld, een ander doel dan den ganschen dag kolenwagens voort te duwen in de onderaardsche gangen der Truyère.

Ik moest dus mijn begeerte om mijne nieuwsgierigheid te voldoen laten varen en dacht, dat ik de stad verlaten zou zonder iets meer van de mijnen te leeren kennen dan hetgeen Alexis er mij van verteld had, of door mij kon opgemaakt worden uit de antwoorden, welke ik oom Gaspard ontlokte, totdat geheel onverwachte, toevallige omstandigheden mij de gevaren, waaraan de mijnwerkers zijn blootgesteld, in al hun vreeselijkheid deden kennen.

XXIV.

OPPERMAN.

Het leven van een mijnwerker is niet ongezond en behalve nu en dan een kleine ongesteldheid, die het gevolg is van gebrek aan licht en lucht, welke bloedarmoede veroorzaakt, is de mijnwerker even gezond als de boer, die op het land woont; hij heeft zelfs nog dit boven dezen voor, dat hij niet blootgesteld is aan de guurheden van het klimaat, aan regen, koude of bovenmatige hitte.

Voor hem echter bestaat het groote gevaar in mijninstortingen, ontploffingen en overstroomingen, en tevens in de ongelukken, die niet zijn arbeid gepaard gaan en het gevolg zijn van onvoorzichtigheid of onhandigheid.

Den avond vóór mijn vertrek keerde Alexis huiswaarts met een gekneusden arm, daar een zwaar blok steenkool op hem was nedergevallen; een van zijn vingers was bijna geheel verbrijzeld en de geheele hand gekwetst.

De geneesheer kwam hem verbinden en deze verklaarde, dat zijn toestand niet gevaarlijk was, dat zijn hand en vinger ongetwijfeld genezen zouden, maar dat rust een eerste vereischte was.

Oom Gaspard had de gewoonte om het leven te nemen, zooals het viel, zonder ooit verdrietig of moedeloos er onder te worden; slechts één ding was instaat hem zijn goed humeur te doen verliezen: een tijdelijke verhindering om te werken.

Toen hij hoorde dat Alexis gedwongen was om verscheidene dagen rust te houden, was hij zeer knorrig: wie zou nu het wagentje voortrollen? hij had niemand, die het werk van Alexis kon waarnemen; wanneer het voor vast was, dan zou hij wel iemand vinden, maar voor enkele dagen slechts was het op dit oogenblik zelfs onmogelijk; er bestond gebrek aan mannen en vooral aan

kinderen.

Hij stelde wel pogingen in het werk om er een op te sporen, maar keerde onverrichterzake huiswaarts.

Hij begon toen weder te klagen en te jammeren; 't was waarlijk om wanhopend te worden, want hij zou nu ook genoodzaakt worden zijn werk te laten rusten, en hiertoe stelde zijn beurs hem niet instaat.

Toen ik dit zag en de reden van zijn wanhoop begreep, gevoelde ik, dat het bijna mijn plicht was om in zulke omstandigheden hem de mij betoonde gastvrijheid te betalen; ik vroeg hem of het moeilijk was om die betrekking te vervullen.

—Niets is gemakkelijker; men behoeft slechts een wagen voort te duwen, die over rails loopt.

—Is die wagen zwaar?

—Niet erg zwaar, daar Alexis hem kan voortduwen.

—Welnu, als Alexis het kan, dan zou ik het ook wel kunnen.

—Gij?

En hij begon hartelijk te lachen, maar werd spoedig weder ernstig.

—'t Is waar, gij zoudt het kunnen, zoo ge wildet.

—Ik wil het, daar ik u dan van dienst kan zijn.

—Gij zijt een goede jongen en het blijft afgesproken; morgen gaat gij met mij naar de mijn; gij zult mij daar werkelijk van dienst kunnen wezen; misschien is het voor u zelf ook wel nuttig; als ge lust mocht gevoelen mijnwerker te worden, was dat stellig wel zoo goed, dan langs den weg te loopen. In de mijnen behoeft men voor wolven niet bevreesd te zijn.

Wat zou Mattia doen, terwijl ik in de mijn was? Hij kon oom Gaspard toch niet tot overlast zijn?

Ik vroeg hem of hij alleen met Capi voorstellingen in den omtrek wilde geven,

waarin hij terstond toestemde.

—Ik ben blij, dat ik nu alleen geld voor de koe kan verdienen, zeide hij lachende.

Sedert de drie maanden, dat wij samen in de open lucht leefden, geleek Mattia volstrekt niet meer op het ziekelijke, bleeke kind dat ik bij de kerk, bijna van honger stervende, gevonden had en nog minder op den mismaakten knaap, dien ik voor het eerst op den zolder van Garofoli ontmoette, bezig diens soep te koken en die van tijd tot tijd zijn gezwollen hoofd in de handen moest laten rusten.

Hij had thans geen hoofdpijn meer; hij had geen verdriet en voelde zich nooit ziek; de straat Lourcine maakte hem zoo treurig; de zon en de lucht schonken hem zijn gezondheid en zijn vroolijkheid terug.

Gedurende onze reis was hij zeer opgewekt geweest en beschouwde hij alles altijd van de goede zijde, schepte in alles behagen, was met een kleinigheid gelukkig en trachtte steeds in het slechte het goede te erkennen. Wat zou er zonder hem van mij geworden zijn? Hoe menigmaal maakten vermoeidheid en zwaarmoedigheid mij niet wanhopend?

Dit verschil tusschen ons kwam ongetwijfeld door ons karakter en onze natuur, maar ook door de verscheidenheid van afkomst en ras.

Hij was Italiaan en bezat eene zorgeloosheid, eene gemakkelijkheid om zich in alle moeilijkheden zonder morren of klagen te schikken, hetgeen mijn landgenooten niet kunnen, daar zij meer tot verzet en strijd geneigd zijn.

Are sens

Copyright 2023-2059 MsgBrains.Com