"Unleash your creativity and unlock your potential with MsgBrains.Com - the innovative platform for nurturing your intellect." » English Books » 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Add to favorite 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Select the language in which you want the text you are reading to be translated, then select the words you don't know with the cursor to get the translation above the selected word!




Go to page:
Text Size:

Hoe weinig gedruisch ik met mijn opstaan ook gemaakt had, waren de honden wakker geworden, en Zerbino was eveneens opgestaan om met mij naar de deur te gaan. Daar hij niet met dezelfde gewaarwording als ik de wondervolle schoonheid van den nacht gadesloeg, begon hij zich spoedig te vervelen en wilde

hij naar buiten.

Met de hand wenkte ik hem, dat hij naar binnen zou gaan. Welk een idée om met die koude een wandeling te gaan maken! Was het niet veel beter om bij het vuur te blijven dan te gaan zwerven? Hij gehoorzaamde, maar hij bleef met zijn neus naar de deur gekeerd, als een koppige hond, die zijn plan niet wil opgeven.

Nog eenige oogenblikken bleef ik naar de sneeuw kijken, want hoewel dit schouwspel mij zeer treurig stemde, schepte ik er toch zeker genot in: het bracht mij in eene stemming om te weenen en hoewel het me zeer gemakkelijk zou vallen om het niet meer te zien—ik behoefde daartoe slechts de oogen te sluiten of weer naar het vuur te gaan—verroerde ik mij niet.

Eindelijk keerde ik naar het vuur terug, legde eenige takken kruiselings over elkander, en meende mij gerust te kunnen neerzetten op den steen, die mij tot oorkussen had gediend.

Mijn meester sliep kalm voort; de honden en Joli-Coeur sliepen eveneens; en van het herlevende vuur stegen prachtige vlammen op, die dwarrelend tot het dak rezen en heldere vonken van zich deden afspatten. Dit was het eenige geluid, dat men hoorde in den stillen nacht.

Een poos lang hield ik mij bezig naar die vonken te kijken, maar langzamerhand overviel mij de moeheid die mij verstijven deed, zonder dat ik er mij van bewust was.

Als ik me met mijn houtvoorraad had moeten bezighouden, zou ik opgestaan zijn en door in de hut heen-en-weer te loopen, wakker zijn gebleven; maar daar ik moest blijven zitten en geen andere beweging had te maken dan de hand uit te strekken om takken op het vuur te werpen, gaf ik toe aan mijne slaperigheid, overtuigd dat ik wakker bleef, maar toch inslapende.

Eensklaps werd ik gewekt door een luid geblaf.

Het was donker; zeker had ik lang geslapen en het vuur was uitgegaan; althans de vlammen verlichtten de hut niet meer.

Het blaffen hield aan; het was de stem van Capi, maar, vreemd genoeg, Zerbino, zoomin als Dolce, antwoordde op zijn stem.

—Wel? wat is er? vroeg Vitalis, eveneens wakker wordende. Wat gebeurt er?

—Ik weet het niet.

—Je hebt geslapen en het vuur gaat uit.

Capi was naar de deur geloopen, maar niet naar buiten gegaan. Hij stond er vóór te blaffen.

De vraag, die mijn meester gedaan had, deed ik nu ook aan me zelven. Wat gebeurde er?

Het blaffen van Capi werd beantwoord door twee- of driemaal herhaald klagend geluid, waarin ik de stem van Dolce herkende. Dat geluid kwam van achter onze hut en op vrij korten afstand.

Ik wilde naar buiten gaan; mijn meester hield mij terug, door de hand op mijn schouder te leggen.

—Werp eerst wat hout op het vuur, beval hij.

En terwijl ik gehoorzaamde, nam hij een smeulenden tak, waarop hij blies om hem te doen gloeien.

Inplaats van den tak weer op het vuur te werpen, toen die vlam had gevat, hield hij hem in de hand.

—Wij zullen eens gaan zien, zeide hij; blijf achter me. Vooruit Capi!

Op het oogenblik, dat wij de deur wilden uitgaan, hoorden wij een luid gebrul en Capi drong zich verschrikt tusschen onze beenen terug.

—Het zijn wolven. Waar zijn Zerbino en Dolce?

Op die vraag kon ik geen antwoord geven. Zeker waren de twee honden weggeloopen, terwijl ik sliep. Zerbino had aan den lust toegegeven, dien ik had getracht in hem te bedwingen, en Dolce was zijn makker gevolgd.

Hadden de wolven hen meegesleurd? De toon, waarop mijn meester gevraagd had waar zij waren, scheen die vrees te verraden.

—Neem ook een brandenden tak, zeide hij, en laten we hen helpen.

In mijn dorp had ik allerlei akelige verhalen omtrent wolven gehoord; toch aarzelde ik niet; ik wapende mij met een tak en volgde mijn meester.

Maar toen wij op de open vlakte kwamen, zagen wij honden noch wolven.

Wij bespeurden in de sneeuw slechts de afdrukken der pooten van de twee honden.

Wij volgden die; zij liepen om de hut, maar een weinig verder kwamen wij bij eene plek, waar wij, ondanks de duisternis, konden zien, dat zich dieren daarin hadden gewenteld.

—Zoek! zoek! Capi! sprak mijn meester, en tegelijk floot hij om Zerbino en Dolce te roepen.

Maar geen geblaf antwoordde, geen enkel geluid verstoorde de doodsche stilte van het bosch en Capi, inplaats van te gaan zoeken, drong zich tegen onze beenen aan, de duidelijkste blijken gevende van vrees en angst, terwijl hij anders gewoonlijk zoo gehoorzaam en dapper was.

De afstraling van de sneeuw gaf niet genoeg licht om ons in staat te stellen het spoor te volgen, en op korten afstand verloor zich onze blik in de dichte duisternis.

Opnieuw floot Vitalis en riep met krachtige stem Zerbino en Dolce.

Wij luisterden; alles bleef stil; mijn hart kromp ineen.

Arme Zerbino! arme Dolce!

Vitalis bevestigde mijne vrees.

—De wolven hebben hen meegesleurd, zeide hij. Waarom hebt gij hen ook naar buiten laten gaan?

Ja, waarom? Daarop was het me onmogelijk een antwoord te geven.

Are sens

Copyright 2023-2059 MsgBrains.Com