"Unleash your creativity and unlock your potential with MsgBrains.Com - the innovative platform for nurturing your intellect." » English Books » 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Add to favorite 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Select the language in which you want the text you are reading to be translated, then select the words you don't know with the cursor to get the translation above the selected word!




Go to page:
Text Size:

—Wat bedoelt gij?

—Wij leven van brood en lucht. Brood hadden wij niet, ook van lucht waren wij niet ruim voorzien, want de lucht, die wij inademden, kunnen wij niet voor de tweede maal gebruiken; toen ik hem zag verdwijnen, zeide ik, dat hij nu niet meer zijn deel aan de lucht zou eischen, en over die woorden zal ik mijn leven lang berouw hebben.

—Kom, kom, zeide oom Gaspard, hij heeft wat hem toekomt.

—Nu zal alles goedgaan, zeide Pagès, terwijl hij met beide voeten tegen den wand schopte.

Als alles nu niet spoedig goedging, zooals Pagès het hoopte, dan was het niet de schuld van de ingenieurs en de werklieden, die voor onze redding werkten.

Aan den put, dien men begonnen was te graven, werd zonder ophouden gearbeid. Maar het was een moeilijk werk.

De steenkolen, waardoorheen men een gang moest maken, waren zeer hard en daar maar één houwer in die nauwe gang kon werken, was men genoodzaakt hem telkens te vervangen, vooral daar allen om strijd aan de redding wilden arbeiden.

Bovendien was de luchtverversching in deze gang zeer slecht; men had van afstand tot afstand blikken pijpen aangebracht, die met klei aan elkander waren gevoegd; maar ofschoon een krachtige ventilator de lucht door die pijpen joeg, brandden de lampen niet dan in de onmiddellijke nabijheid van de opening.

Dit alles was een belemmering bij het boren en den zevenden dag, nadat wij waren bedolven, was men nog slechts twintig meter gevorderd. Onder gewone

omstandigheden zou men meer dan een maand noodig gehad hebben om tot die diepte te komen, maar in verhouding tot de middelen, welke men ter beschikking had en den ijver, waarmede men arbeidde, was dit zeer weinig.

Bovendien moest men de edele volharding bezitten van den ingenieur, om dezen arbeid voort te zetten, want volgens het eenparig gevoelen van de mijnwerkers was hij geheel nutteloos. Allen die in de mijnen waren, moesten omgekomen zijn; men had niets anders meer te doen, dan het water uithoozen door middel van de tonnen en men zou dan later wel de lijken vinden. Welk nut stak er dus in, dat men eenige uren vroeger of later dezen ontdekte?

Dat was de meening, zoowel van de mijnwerkers als van het publiek; de bloedverwanten, de vrouwen, ja zelfs de moeders hadden den rouw reeds aangenomen. Niemand zou meer levend uit de Truyère komen.

Zonder de uithoozing te doen staken, welke onverpoosd voortgezet werd en waarmede men alleen ophield, wanneer aan de toestellen eenige averij was gekomen, werd op last van den ingenieur, trots alle opmerkingen van het publiek, van zijn ambtgenooten en van zijn vrienden, met de boring voortgegaan.

De hardnekkigheid, die aan Columbus eenmaal een nieuwe wereld ontdekken deed, was ook zijn karaktertrek.

—Één dag nog maar, vrienden, zeide hij tot de werklieden, en als wij morgen niets ontdekt hebben, dan zullen wij ervan afzien; ik vraag voor uwe kameraden wat ik vragen zou voor u, indien gij in hunne plaats waart.

Zijn vast geloof deelde zich ook mede aan de harten der mijnwerkers, die uit de stad komende, den twijfel van allen deelden, maar door hem weder tot een andere overtuiging waren gebracht.

En eendrachtig, met elkander wedijverend in vlijt, bleven zij voortwerken.

Van den anderen kant moest de gaanderij, waar de lampen bewaard werden, die op verschillende punten was ineengestort, uitgehoosd worden, en door alle mogelijke middelen trachtte hij aan de mijn hare slachtoffers te ontrukken zoo dezen nog in leven mochten zijn.

Den zevenden dag meende de opperman, die bij een afwisseling van posten de steenkolen moest weghalen, een geluid te hooren, dat veel op een zacht kloppen

geleek; inplaats van met zijn houweel te hakken, hield hij dit in de hoogte en luisterde aandachtig of hij het geraas ook kon onderscheiden. Hij meende wel dat hij zich vergiste maar riep toch een van zijn makkers om met hem te luisteren. Beiden bukten zich met ingehouden adem voorover, en een poos later herhaalde zich zeer regelmatig dat kloppen en tikken.

Deze tijding ging spoedig van mond tot mond en zonder dat het door iemand geloofd werd, kwam het den ingenieur ter ooren, die onmiddellijk naar de gang snelde.

Hij had dus eindelijk gelijk! Er bevonden zich in de mijn nog levende wezens, die gered konden worden.

Velen hadden hem gevolgd; hij baande zich een weg door de mijnwerkers en luisterde aandachtig, maar hij was zoo zenuwachtig en beefde zoozeer over zijn gansche lichaam, dat hij niet instaat was te luisteren.

—Ik hoor niets, zeide hij wanhopend.

—Het is de mijngeest, antwoordde een werkman; hij wil ons een trek spelen en hij klopt om ons te misleiden.

Maar de beide houwers, die het eerst het geluid gehoord hadden, hielden vol dat zij zich niet hadden vergist en dat hun kloppen beantwoord was geworden. Het waren mannen van ondervinding, die in de mijnen oud waren geworden, en wier woorden gezag hadden.

De ingenieur verwijderde allen, die hem gevolgd waren, uit de gang, en van de werklieden, die een keten hadden gemaakt om de steenkolen weg te dragen, behield hij er slechts twee.

Daarop liet hij door een herhaaldelijk geregeld kloppen de gevangenen waarschuwen, waarop hij telkens weder met ingehouden adem luisterde, of zij ook eenig sein terugzonden.

Na een oogenblik wachtens hoorden zij zeer in de diepte eenig geluid; een zacht kloppen, waarvan de slagen elkander snel opvolgden en hun tot antwoord dienden.

—Klop nogmaals en met groote tusschenpoozen, om ons te overtuigen, dat het

niet de echo van ons kloppen is.

De houwers klopten, en oogenblikkelijk hoorden zij denzelfden klop, die als antwoord der mijnwerkers gelden moest.

Alle twijfel was thans opgeheven: zij leefden nog en men kon hen redden.

Het nieuws verspreidde zich met bliksemsnelheid door de stad en een nog talrijker en nog ontroerder menigte dan den dag van het ongeval, snelde naar de Truyère. Vrouwen, kinderen en moeders, alle bloedverwanten der slachtoffers, kwamen bevende van angst of vol hoop, in diepen rouw gedompeld, naar de plaats des onheils.

Hoeveel leefden nog? Velen misschien. De uwe ongetwijfeld, maar de mijne misschien….

Men had den ingenieur wel om den hals willen vallen.

Maar hij behield onder die uitgelaten vreugde evenzeer zijne bedaardheid als hij kalm gebleven was onder den spot en twijfel; hij dacht slechts aan de redding en, om zoowel de belangstellenden als de bloedverwanten te verwijderen, beval hij den soldaten om de gang af te zetten en te zorgen, dat de arbeiders een voldoende ruimte behielden.

Het kloppen was zoo zwak, dat men onmogelijk de juiste plaats bepalen kon, vanwaar het kwam. Toch was de aanwijzing duidelijk genoeg om zich te overtuigen, dat de arbeiders, die aan de overstrooming ontsnapt waren, zich in een van de drie zijgangen der oude werken bevonden.

Niet één put, maar drie zou men moeten graven, om de gevangenen te kunnen bereiken. Als men meer gevorderd was en men daardoor beter zou kunnen hooren, kon men altijd een der schachten, die niet meer noodig waren, prijsgeven, om alle krachten aan de goede aan te wenden.

Het werk werd met meer ijver nog dan te voren hervat, en de maatschappijen uit den omtrek zonden om strijd hun beste werklieden naar de Truyère.

Are sens

Copyright 2023-2059 MsgBrains.Com