"Unleash your creativity and unlock your potential with MsgBrains.Com - the innovative platform for nurturing your intellect." » English Books » 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Add to favorite 📺 📺 ,,Alleen op de Wereld'' by Hector Malot

Select the language in which you want the text you are reading to be translated, then select the words you don't know with the cursor to get the translation above the selected word!




Go to page:
Text Size:

DE REDDING.

Wij konden het bijna op die nauwe trap niet langer uithouden; wij besloten dus om de treden te verbreeden en ieder toog aan het werk. Met onze messen begonnen wij den muur uit te houwen en de steenkolen, op die wijs verkregen, weg te ruimen.

Daar wij nu een vast steunpunt hadden bekomen, werd onze arbeid ook veel gemakkelijker, en eindelijk gelukte het ons diep genoeg in de aarde door te dringen om onze gevangenis een aanzienlijk stuk te verwijden.

Het gaf een gevoel van rust, toen wij ons in onze volle lengte konden uitstrekken en niet langer met schommelende beenen behoefden te zitten.

Hoewel wij een zeer klein gedeelte van Carrory's brood hadden gekregen, was het toch reeds op. Het laatste stuk had men ons juist bijtijds gegeven om weder tot ons zelf te komen. Want toen de meester het ons gaf, was het licht te begrijpen—te oordeelen naar den blik, dien de houwers er op wierpen—dat zij een tweede verdeeling niet dulden zouden, zonder er ook om te vragen, en zoo men het hun niet gaf, zelf hun deel te nemen.

Het was zelfs zoover tusschen ons gekomen, dat wij niets meer tegen elkander zeiden, en zoo spraakzaam als wij in het begin van onze gevangenschap geweest waren, zoo stil waren wij, toen deze voortduurde.

Ons gesprek kwam altijd op dezelfde onderwerpen terug en wij behandelden steeds dezelfde vraag: welke middelen men zou aanwenden om tot ons door te dringen en hoelang wij opgesloten zouden blijven.

Maar deze gesprekken werden niet met dezelfde belangstelling gevoerd als in

het begin; als een van ons iets zeide, dan werd daarop dikwijls geen acht geslagen, of zoo dit al gebeurde, dan was het slechts met een enkel woord; de dag kon in nacht verkeeren, wit in zwart, zonder dat dit een oogenblik onze belangstelling kon opwekken of ons tot eenige gedachtewisseling aanleiding gaf.

—Het is goed; wij zullen zien, was het eenige antwoord.

Waren we twee of zes dagen levend begraven? Men zou zich hiervan eerst kunnen overtuigen, wanneer wij weder bevrijd waren. Maar zou dat oogenblik aanbreken?

Ik voor mij begon hieraan hard te twijfelen.

Ik was niet de eenige en dikwijls lieten ook mijn makkers zich eene opmerking ontvallen, die voldoende bewees, dat zij niet vrij van twijfel waren.

—Eén troost is het, zeide Bergounhoux, dat, als ik hier mocht blijven, de maatschappij aan mijn vrouw en kinderen een jaarlijksch inkomen zal geven; zij zullen tenminste niet aan het armbestuur vervallen.

Ongetwijfeld had de meester, toen hij zijn waardigheid van bevelhebber op zich nam, bij zichzelf besloten, ons niet alleen te beschermen voor de onheilen, welke deze ramp ten gevolge kon hebben, maar ons ook tegen ons zelven te verdedigen, en wanneer een van ons zijn zelfvertrouwen verloor, hem moed in te spreken.

—Gij zult hier evenmin blijven als wij; de tonnen werken, het water daalt.

—Waar daalt het?

—In de putten.

—En in de gang?

—Dat zal wel gebeuren; geduld slechts.

—Zeg, Bergounhoux, viel Carrory hem in de rede, met de tegenwoordigheid van geest en de gevatheid, die alles kenmerkte wat hij deed, als de maatschappij failliet gaat, zooals die van den meester, dan heeft uw vrouw niets.

—Wilt ge wel eens zwijgen, domkop, de maatschappij is rijk.

—Zij was rijk, zoolang ze de mijn bezat; maar nu de mijn onder water staat, niet meer. In elk geval zou ik, als ik boven was, inplaats van hier, wel zoo in mijn schik zijn.

—Omdat….?

—Waarom waren die directeuren en ingenieurs zoo trotsch? Dit zal hun tot een les zijn. Als de ingenieur eens naar beneden gegaan was … dat zou dwaas zijn, niet waar, zulk een heer!

—Als de ingenieur naar beneden gegaan was, dan zoudt gij hier blijven en wij ook.

—O gij, gij weet, dat gij u om niets behoeft te bekommeren, maar ik heb wel iets anders te doen; mijn kastanjes, wie zal ze drogen? Ik verzoek dus den ingenieur om weer naar boven te gaan; het is om te lachen. Goedendag, mijnheer de ingenieur!

Behalve de meester, die zijn gevoel wist te verbergen en Carrory, die niet veel gevoel had, spraken wij niet meer over onze bevrijding, maar slechts de woorden dood en honger kwamen over onze lippen.

—Gij hebt mooi praten, meester, de tonnen kunnen nooit genoeg water ophalen.

—Ik heb het u al wel twintigmaal voorgerekend; een weinig geduld nog.

—Dat rekenen zal er ons niet uitredden.

Deze opmerking werd door Pagès geuit.

—Wie dan?

—De goede God. Deze heeft gedoogd, dat wij hier onze toevlucht zochten. Hij zal ook redding geven.

—Zoo God ons hier gebracht heeft, dan is het zeker geschied omdat er onder ons zijn, die Hij straffen wilde.

Deze opmerking ging gepaard met een zijdelingschen blik op Bergounhoux.

Inplaats van heftig daartegen op te komen, bevestigde deze de woorden van zijn aanklager.

—Ik ben overtuigd, begon hij, dat God mij straffen wil, omdat ik in den laatsten tijd geen goed christen ben geweest; en ik smeek Hem thans uit het diepst mijner ziel vergiffenis.

Hij viel op zijn knieën en sloeg zich verscheidene malen op de borst.

—Ik voor mij durf ook niet beweren, dat ik geheel zonder zonde ben en ik wil ook gaarne de mijne belijden; maar onze lieve Heer weet, dat ik ze niet uit moedwil bedreven heb; ik heb nooit iemand opzettelijk iets misdaan, sprak Pagès.

Are sens

Copyright 2023-2059 MsgBrains.Com